Er zijn vele soorten gewasbeschermingsmiddelen in omloop en allemaal hebben ze voor- en nadelen. Het is voor boeren en telers dan ook belangrijk om een goed beeld te hebben van de mogelijkheden en na te denken over welk middel het beste bij hun situatie past.
De overheid heeft sinds 1994 een wet aangenomen, waarin staat dat boeren en telers een licentie aan moeten vragen om te mogen sproeien. Gewasbeschermingsmiddelen zijn dan ook lastig te krijgen en dienen aan speciale voorwaarden te voldoen. De beschermingsmiddelen zijn veelal natuurlijk, maar er zijn altijd sporen van chemische ingrediënten te vinden. Deze kunnen een slechte uitwerking hebben op de lokale grond, maar ook op de omgeving.
Wat zijn gewasbeschermingsmiddelen?
Gewasbeschermingsmiddelen kunnen op allerlei manieren worden ingevuld. Van speciale netten of dieren die de planten beschermen tegen ongedierte, tot spuitsystemen die er voor zorgen dat er een beschermende laag over de gewassen heen vloeit. Het beschermen van gewassen is nodig om een gezonde groei en goede verkoop te waarborgen. Vooral met het oog op de lage productprijs die supermarkten betalen bij een teler of boer, moet de oogst goed zijn. De juiste beschermingsmiddelen zijn dan vaak ook iets hardnekkiger dan een ooievaarsnest of een net. Het gaat vaak om chemische middelen die automatisch of door de boer zelf over het land worden gespoten. Hierdoor blijven ziekten en beesten ver weg van de gewassen. Helaas trekken deze stoffen de gewassen en de grond in. Zo komen ze ook in ons lichaam of de grond terecht.
Chemische gewasbeschermingsmiddelen tot de jaren ‘60
Gewasbeschermingsmiddelen zijn er altijd in vele soorten en maten geweest. Hierbij was het heel gewoon om gebruik te maken van chemische middelen. Deze waren vaak het emesteffeteif en zorgden dat ziekten, slakken en ander ongedierte er weg bleven van de gewassen. Vooral toen de boer of teler steeds minder ging verdienen aan de verkoop van de producten, moest er hardnekkiger worden beschermd. Tot de jaren ‘60 was er dan ook een gekte gaande wat betreft de ontwikkeling van gewasbeschermingsmiddelen.
Pas na de jaren ‘60 stopte de productie van deze chemische middelen en werd er gekeken naar de mogelijkheid om met natuurlijke beschermingen te gaan werken. Sinds 1994 is het verboden om zonder licentie te sproeien met gewasbeschermingsmiddelen. Daarnaast dient een boer of teler ook een uitgebreide studie te volgen op het gebied van gewasbescherming.
Kiezen voor chemisch of natuurlijk
Het is nog steeds een keuze of men voor ecologische gewasbescherming of chemische gewasbeschermingsmiddelen gaat. Gewasbescherming kopen met een licentie betekent dan ook nog niet dat de chemische middelen helemaal verbannen zijn. Veel producten zij nog steeds een mix van natuurlijke ingrediënten en chemische ingrediënten. Het voordeel hiervan is dat het middel, tot er betere alternatieven zijn, nog heel effectief werkt. Een nadeel is uiteraard dat er nog steeds chemische ingrediënten op fruit en groenten terecht komen die uiteindelijk schadelijk zijn voor mens, natuur en dier. Kiezen voor een natuurlijk product is ethisch verantwoord en er zijn natuurlijke middelen die al effectief werken.